Er zijn een miljoen rozen verwelkt,
acht lentes, zeven zomers en duizenden minuten verstreken.
kille winters vervlogen en ontelbare dagen en uren gepasseerd.
Maar nog steeds ben ik je niet vergeten …
Je zit nog steeds in mijn hoofd, in m’n gedachten en in mijn hart.
Wanneer ik mijn hand open,
voel ik alleen maar lucht die zich ontpopt tot de steen die ik al die tijd in mijn binnenste heb laten groeien.
En al die lege dagen, hebben me doen vergeten wie ik was.
Eenzame momenten heb ik willen vergeten door weg te lopen van jou.
De merel die me ’s morgens wilde doen ontwaken,
vloog zich te pletter in de nacht en verdween in het niets.
Alles leek te vergaan en noten begonnen vals te klinken.
En dat allemaal omdat ik de sleutel niet vond om mijn hart voor jou te openen.
Als ik de klok kon terugdraaien,
bracht ik de natuur terug tot leven,
legde ik mijn vinger op mijn ziel en streelde ik de liefde die je me ooit hebt gegeven.
Maar helaas moet ik nu verder met het verdriet dat
door merg en been is gegaan.
Ik ben gekneveld op de rots van wanhoop en wens dat je me komt redden met een kus …
En … al is het een Judaskus …
Het is misschien de enige die de eindeloze stilte zou kunnen breken.
Door Ine Verhagen
Op 1 juni 2009
acht lentes, zeven zomers en duizenden minuten verstreken.
kille winters vervlogen en ontelbare dagen en uren gepasseerd.
Maar nog steeds ben ik je niet vergeten …
Je zit nog steeds in mijn hoofd, in m’n gedachten en in mijn hart.
Wanneer ik mijn hand open,
voel ik alleen maar lucht die zich ontpopt tot de steen die ik al die tijd in mijn binnenste heb laten groeien.
En al die lege dagen, hebben me doen vergeten wie ik was.
Eenzame momenten heb ik willen vergeten door weg te lopen van jou.
De merel die me ’s morgens wilde doen ontwaken,
vloog zich te pletter in de nacht en verdween in het niets.
Alles leek te vergaan en noten begonnen vals te klinken.
En dat allemaal omdat ik de sleutel niet vond om mijn hart voor jou te openen.
Als ik de klok kon terugdraaien,
bracht ik de natuur terug tot leven,
legde ik mijn vinger op mijn ziel en streelde ik de liefde die je me ooit hebt gegeven.
Maar helaas moet ik nu verder met het verdriet dat
door merg en been is gegaan.
Ik ben gekneveld op de rots van wanhoop en wens dat je me komt redden met een kus …
En … al is het een Judaskus …
Het is misschien de enige die de eindeloze stilte zou kunnen breken.
Door Ine Verhagen
Op 1 juni 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten