dinsdag 14 januari 2020

Op een kille winternacht




Op een kille winternacht werd ik verblind door jouw blik.
Frustraties, woede en stille leemtes vertoonden vraagtekens op je gezicht.
Terwijl ik angstig en machteloos naar je toekeek, wou ik een reddende engel zijn,
maar ik besefte niet dat ik er zelf naar op zoek was.

Verwarring bracht ons bij elkaar,
en regen, sneeuw en storm haalden ons weer uiteen.
We voelden elkaar aan, terwijl er van liefde geen sprake was.
Eigenlijk waren we allebei gewoon zoekend naar antwoorden.

Dromen en illusies, drank en seks, haat en verdriet
scheurden onze werelden weer in duizend stukken.
Jaren verstreken en dagen en uren gleden langzaam voorbij.
Niets was nog herkenbaar.
Niets kon de herinnering nog bekoren.

Stilte kan hard zijn.
Stilte kan wreed zijn.
Maar stilte kan breken als half bevroren ijs waarin jouw weerspiegeling mijn verbeelding plots weer de kost geeft.
En net wanneer ik vrede heb gevonden met de herinnering, mijn laatste traan is vervlogen en mijn hart bevrijd is …
vertroebel je opnieuw mijn zicht.

Plots is het alsof mijn hart in jouw hand ligt,
mijn angst in jouw blik,
en mijn verdriet in jouw kus.
Maar je bent niet wat ik wou, en je was niet wat ik wou,
ook al heeft het lot allang bepaald waar de weg heen leiden zal …

Ik voel me zweven op pijnigende golven van afscheid.
Jouw zien lijden is hard, hevig en hartverscheurend.
Maar mezelf daarin verliezen is gewoonweg onaantastbaar.

Door Ine Verhagen
op 6 februari 2010

Ik neem het zoals het komt




Deze nacht droomde ik dat iemand me ten huwelijk vroeg.
Het was niet op een romantisch strand, maar in een bruine kroeg.
We dronken geen champagne en aten geen kaviaar.
Er was alleen pils, en het brood van onze croque was amper gaar.
Rock afgewisseld met jazz muziek
vormde de achtergrond van onze tactiek.
Magie deed ons vergeten waar we waren,
zelfs al zat onbekend gezelschap naar ons te staren.


De dag maakte plaats voor de nacht,
en de sterren aan de hemel hielden stilletjes de wacht.
Tot op zeker moment weer de zon op kwam,
en ik me plots afvroeg 'wie was nu die mysterieuze man'?
Ik weet het nog steeds niet,
een droom toont soms dingen die je niet onmiddellijk ziet.
Hij kan je laten drijven op wolken van nostalgie,
soms is hij betekenisvol, soms ook pure fantasie.


Hij wist me wel één ding te vertellen,
dat is dat ik me geen vragen hoef te stellen.
Ik moet de wind laten waaien zoals hij waait,
de sneeuw laten vallen waar nieuwe oogst wordt gezaaid.
Ik moet niet zoeken naar mijn geliefde, maar hem opwachten aan de voordeur.
Wanneer hij binnenkomt, zal ik samen met hem vechten tegen de sleur.
Maar ik zal van hem houden zoals hij is.
Perfectie bestaat niet, en is ook geen gemis.


Ik zal het nemen zoals het komt.