De vaste grond plots voelen verdwijnen.
Niet weten waar het diepste punt van een oceaan zich bevindt.
Geen weg en geen licht meer zien.
Niets dat mijn ogen kan verblinden omdat alles even helemaal zwart geworden is.
Een kloppend hart lijkt uit mijn lijf te willen springen.
Het is alsof de lucht geen weg meer vindt in mijn longen,
en alsof het bloed dat door mijn aderen stroomt,
als een gek begint te koken.
Paniek, angst …
Paniek !
Even is het alsof mijn lichaam en geest het begeven.
Maar gelukkig is de levenslust diegene die telkens weer wint.
En die is sterker dan de hevigste storm, de meest kwetsende woorden en de diepste wonden in mijn hart.
Ik kan een engel zijn … zwevend op de vleugels van liefde en kinderachtige onzin.
Mijn schouder is breed, mijn rug stevig …
Zolang de onderste wervel niet wordt geraakt.
Want dan komt de draak in mij naar boven en spuw ik geen vuur, maar verbrand ik alles wat in mijn weg staat…
Genadeloos !
Ik ben een schrijfster, en mijn ziel is in de war.
Mijn geest vertoont kronkels, alsof een slang me heeft willen vergiftigen.
Maar ik word groen …
Groen !
Van misselijkheid? Of van jaloezie?
Even verlies ik mezelf in een oorlog met mijn eigen ik.
Te zwak om te winnen, en te week om de juiste woorden te vinden op het juiste moment …
Mijn ingewanden lijken te scheuren …
Woede, angst …
Frustratie …
Woede !
En plots … plots barst de vulkaan uit.
Ze spuwt lava, kolen, bloed, zweet, tranen, kwetst en pijnigt.
En ze zakt terug in elkaar.
De uitputting wreekt zich, en langzaam komt ze terug tot rust.
Maar de hitte blijft borrelen… in de diepte.
Hoe lang nog?
Hoe lang kan ze het nog uithouden?
Door Ine Verhagen
Niet weten waar het diepste punt van een oceaan zich bevindt.
Geen weg en geen licht meer zien.
Niets dat mijn ogen kan verblinden omdat alles even helemaal zwart geworden is.
Een kloppend hart lijkt uit mijn lijf te willen springen.
Het is alsof de lucht geen weg meer vindt in mijn longen,
en alsof het bloed dat door mijn aderen stroomt,
als een gek begint te koken.
Paniek, angst …
Paniek !
Even is het alsof mijn lichaam en geest het begeven.
Maar gelukkig is de levenslust diegene die telkens weer wint.
En die is sterker dan de hevigste storm, de meest kwetsende woorden en de diepste wonden in mijn hart.
Ik kan een engel zijn … zwevend op de vleugels van liefde en kinderachtige onzin.
Mijn schouder is breed, mijn rug stevig …
Zolang de onderste wervel niet wordt geraakt.
Want dan komt de draak in mij naar boven en spuw ik geen vuur, maar verbrand ik alles wat in mijn weg staat…
Genadeloos !
Ik ben een schrijfster, en mijn ziel is in de war.
Mijn geest vertoont kronkels, alsof een slang me heeft willen vergiftigen.
Maar ik word groen …
Groen !
Van misselijkheid? Of van jaloezie?
Even verlies ik mezelf in een oorlog met mijn eigen ik.
Te zwak om te winnen, en te week om de juiste woorden te vinden op het juiste moment …
Mijn ingewanden lijken te scheuren …
Woede, angst …
Frustratie …
Woede !
En plots … plots barst de vulkaan uit.
Ze spuwt lava, kolen, bloed, zweet, tranen, kwetst en pijnigt.
En ze zakt terug in elkaar.
De uitputting wreekt zich, en langzaam komt ze terug tot rust.
Maar de hitte blijft borrelen… in de diepte.
Hoe lang nog?
Hoe lang kan ze het nog uithouden?
Door Ine Verhagen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten